Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Men hoort [1]ganselijk, [dat er] hoererij onder u [is], en zodanige hoererij, die ook onder de heidenen [2]niet genoemd wordt, alzo dat er een [3]zijns vaders huisvrouw heeft. 1. Dat is, niet als een onzeker gerucht, maar als een gewisse zaak. 2. Namelijk, zonder afkeer of verfoeiing. Want hoewel hier en daarin de Griekse, Romeinse en andere geschiedenissen zulke voorbeelden gevonden zijn, zo worden die nochtans van hen als onbehoorlijk en onwettelijk altijd veroordeeld. 3. Dat is, zijn stiefmoeder, gelijk die ook alzo in Gods Woord genoemd wordt; Lev.18:8.